Petjel. (Groentesalade met pindasaus)
 

   * 250 gr. andijvie,

* 5 eetl. gesnipperde ui,

   * 100 gr. boontjes,

* 2 teentjes knoflook,

   * 200 gr. taugé,

* 2 theel. sambal oelek,

   * 250 gr. spinazie

* 3 eetl. asem,

   * 200 gr. kool (groene, witte-, savooien- of       bloemkool),

* 1 eetl. azijn,

   * ½ pot pindakaas,

* 1 theel. gula djawa,

   * 1 à 2 dl water,

* ½ theel. kentjoer,

   * 2 eetl. olie,

* zout.


   Pel de knoflook en hak ze fijn.Maak de groenten schoon en kook ze met wat zout één voor één even op;    ze moeten wel knappend blijven (de taugé wordt niet gekookt, maar alleen met kokend water    afgespoeld). Laat de groenten goed uitlekken. Wrijf de uien met de knoflook, sambal, gula djawa, kentjoer    en het zout tot een brij en fruit deze in de olie tot de uien geel zijn. Meng de pindakaas erdoor; dat gaat    heel gemakkelijk in een mengkom met een mixer. Maak een papje van het water en de asem en roer dit    lepelsgewijs door de massa (de saus moet zo dik zijn als slasaus).

 

   Schik de uitgelekte groenten op een schotel en overgiet ze met de saus. De gekookte groenten kunnen al    naar gelang het seizoen gevarieerd worden. Ze moeten bestaan uit: donkergroene groenten zoals    andijvie, boerenkool, spinazie, lichtgroene groenten zoals jonge spinazie, raapsteeltjes, boontjes, groene    of savooienkool, witte groenten zoals taugé, witte kool of bloemkool.