Sarak Terong. (Gekruide aubergines in kokosmelksaus)
 

   * 5 aubergines,

* 2 theel. ketoembar,

   * 100 gr. rauwe pinda's,

* 1/2 theel. djinten,

   * 50 gr. ebi,

* 1 stukje djahé van ca. 3 cm,

   * 150 gr. kokos,

* 1 stukje laos van ca. 2 cm,

   * 1 serehstengel,

* 1 stukje koenjit van ca. 3 cm,

   * 1/2 lt. dikke santen,

* 2 theel. gula djawa,

   * 5 sjalotjes,

* zout,

   * 3 rode lomboks,

* olie.

   * 3 teentjes knoflook,

 


   Was de aubergines en snijd ze in de lengte doormidden. Kerf het vruchtvlees enkele malen in.

   Week de ebi ca. 15 minuten in wat water en laat hierna goed uitlekken. Bak de pinda's goudbruin in

   wat olie, laat goed uitlekken en verwijder de vliesjes. Rooster de kokos in een koekenpan goudbruin.

   Pel de sjalotjes en de knoflook en hak ze fijn. Was de lomboks en hak ze fijn. Schil de djahé,

   laos en koenjit en hak ze fijn. Verwijder de harde bovenkant van de serehstengel en kneus hem

   met de stamper van de vijzel.

 

   Wrijf de pinda's, de ebi en de kokos afzonderlijk fijn in een vijzel.

 

   Wrijf de ketoembar, djinten, sjalotjes, knoflook, lomboks, djahé, laos en koenjit fijn in de vijzel.

   Giet ca. 5 eetl olie in een wok en fruit het fijngewreven kruidenmengsel ongeveer 3 minuten.

   Doe de sereh, de gula djawa, de fijngewreven pinda's, de ebi en de kokos erbij en roerbak ongeveer 5    minuten.

   Voeg zout naar smaak toe.

   Wrijf de aubergines goed in met het kokosmengsel.

   Breng in een wok de santen aan de kook, doe de gekruide aubergines erin en laat ze ongeveer

   15 minuten op een laag vuur sudderen tot ze gaar zijn.