Udang Djahé. (Garnalenballetjes)
 

   * 400 gr. gepelde gekookte garnalen,

* flinke mespunt djahé,

   * 100 gr. oudbakken brood zonder korst of       paneermeel,

* 1 klein ei,

   * 1 sjalotje,

* zout,

   * 1 teentje knoflook,

* bloem,

   * mespunt sambal ulek,

* ketjap manis,

   * mespunt laos,

* 8 tot 10 eetl. olie.


   Spoel de garnalen in zeef of vergiet af met warm water, laat de garnalen goed uitlekken en hak ze fijn.    Pel de ui en de knoflook en hak ze fijn.

   Brokkel het brood in een kom, doe daar de garnelen bij met de sjalot, de knoflook, de sambal, de laos en    de djahé en voeg het ei toe.

   Meng alles met een vork tot een gelijkmatig en stevig mengsel en doe er naar smaak zout en ketjap bij.    Vorm er balletjes van, iets groter dan soepballetjes en wentel ze door de bloem.

 

   Verhit de olie, doe daar de garnalenballetjes in en schud de pan, zodat de balletjes rondom vet worden.

   Draai dan de warmtebron lager en laat de bolletjes door en door warm en mooi van kleur worden.