Maleisisch Rundvlees.
 

   * 600 gr. malse runderlapjes,

* 1/2 theel. laos,

   * 1 ui,

* 2 theel. djahépoeder of 1 eetl.    versgehakte djahé,

   * 2 teentjes knoflook,

* stukje santen ter grootte van een    walnoot,

   * 1 theel. sambal manis,

* sap van 1/2 citroen,

   * 1 theel. ketoembar,

* 1 theel. gula djawa.


   Pel de ui en de knoflook en hak ze fijn. Snijd de runderlappen in blokjes.

 

   Wrijf de ui, knoflook, sambal, ketoembar, laos en djahé fijn in de vijzel. Fruit het fijngewreven    kruidenmengsel in wat olie even aan. Voeg het vlees toe en bak het aan alle kanten bruin.

 

   Giet een flinke kop water in de pan en laat het vlees in ongeveer 2 uur gaar worden. Kontrloleer

   af en toe of er niet te veel vocht verdampt en voeg zonodig nog wat water toe.

   Doe tenslotte de gula djawa en de santen bij het vlees en laat de santen onder goed roeren

   smelten.

   Laat nog even doorsudderen voor het gerecht te serveren.